Reanimeren; Richtlijnen NRR

De betekenis van reanimeren is het (opnieuw) opgang brengen van uw hart en ademhaling. Om de ademhaling opgang te helpen zijn er drie verschillende methodes, namelijk; hartmassage, mond op mond beademing en het geven van een stroomschok. Dat laatste gebeurt doormiddel van een Automatische Externe Defibrillator (AED). Alle drie de methoden worden vaak gezamenlijk ingezet bij een hartstilstand en wordt reanimatie genoemd. 

De richtlijnen van reanimeren

De richtlijnen voor het reanimeren worde mede bepaald door de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR). Deze reanimatierichtlijnen  zijn onderverdeeld in verschillende onderwerpen en de laatste reanimatie update was in 2021. Hieronder een samenvatting van de meest actuele richtlijnen. Voor de uitgebreide toelichting verwijzen wij u door naar de NRR.

Reanimatie voor volwasenen

Reanimatie protocol volwassenen
  1. Zorg ervoor dat uzelf, omstanders en het slachtoffer veilig zijn.
  2. Kijk of het slachtoffer reageert door voorzichtig aan de schouders te schudden en vraag (luid): “Gaat het?”
  3. Reageert het wel: Laat het slachtoffer in de houding waarin u hem aantreft. Probeer te achterhalen wat er aan de hand is. Zorg zo nodig voor hulp en houd het bewustzijn in de gaten. 
    Reageert het niet: Vraag een omstander 112 te bellen via en vraag om een AED. Bent u alleen? Bel dan zelf 112 en zet de telefoon op de speaker. Draai het slachtoffer op zijn rug en open de luchtweg doormiddel van de hoofd-kantel en kin-lift methode.
  4. Houd de luchtweg open en kijk, luister en voel max. 10 seconden naar normale ademhaling.
  5. Slachtoffer ademt normaal: Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging en blijf het bewustzijn en de ademhaling controleren. 
    Slachtoffer ademt niet normaal: Pak een AED, mits in de buurt. Zo niet? Leg dan het slachtoffer op een harde ondergrond. Kniel naast het slachtoffer ter hoogte van de bovenarm en start met hartmassage
  6. Borstcompressies met mond-op-mondbeademingen: Maak na 30 borstcompressies de luchtweg open met de hoofdkantel-kinliftmethode en start met de mond op mond beademing. Onderbreek de reanimatie niet, behalve als het slachtoffer (goed) bij bewustzijn komt en normaal begint te ademen.
    Als u geen beademingen kunt of wilt geven, geef dan alleen ononderbroken
    Borstcompressies zonder mond-op-mondbeademingen: Wanneer u niet in staat bent om mond op mond beademing te geven of hier niet in getraind bent, dan blijft u borstcompressies met een frequentie van 100 tot 120 keer per minuut geven. Dit blijft het allerbelangrijkste van reanimeren. 
  7. Zodra de AED er is zet u deze aan en voer de gesproken en/of visuele opdrachten direct uit.
  8. De AED geeft een schokopdracht: Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt. Druk bij een halfautomatische AED op de schokknop zodra de AED dit aangeeft, bij een volautomatische AED doet de AED dit zelf. 
    De AED geeft GEEN schokopdracht: Volg de gesproken/visuele opdrachten van de AED direct op. Start direct met borstcompressies.
  9. Ga door met reanimatie totdat de professionele zorgverleners zeggen dat u mag stoppen, het slachtoffer bij bewustzijn komt of er een niet-reanimeren verklaring is die bij het slachtoffer hoort.

Reanimatie voor kinderen

  1. Zorg ervoor dat uzelf, omstanders en het kind veilig zijn.
  2. Kijk of het kind reageert door voorzichtig aan de schouders te schudden en vraag (luid): “Gaat het?”
  3. Reageert het wel: Laat het kind in de houding waarin u hem aantreft. Probeer te achterhalen wat er aan de hand is. Zorg zo nodig voor hulp en houd het bewustzijn in de gaten.
    Reageert het niet: Vraag een omstander 112 te bellen via en vraag om een AED. Bent u alleen? Bel dan zelf 112 en zet de telefoon op de speaker. Draai het kind op zijn rug en probeer de luchtweg te openen.
    > Bij kinderen jonger dan 1 jaar:
    Plaats 1 hand op het voorhoofd van het kind; houd het hoofd met het gezicht recht naar boven zo stil mogelijk. Kantel het hoofd niet. Plaats tegelijkertijd 1 of 2 vingertop(pen) onder de punt van de kin en til deze op.
    > Bij kinderen ouder dan 1 jaar: Plaats 1 hand op het voorhoofd van het kind. Houd het hoofd in een iets naar achteren gekantelde positie zo stil mogelijk. Plaats tegelijkertijd 2 vingertoppen onder de punt van de kin en til deze op.
  4. Houd de luchtweg open zoals hierboven beschreven en kijk, luister en voel maximaal 10 seconden naar normale ademhaling.
    Let op: in de eerste minuten na het ontstaan van de circulatiestilstand kan het zijn dat het kind af en toe een trage, happende adembeweging maakt, of onregelmatig en/of luidruchtig naar lucht hapt: dit is de ‘agonale ademhaling’. Dit is geen normale ademhaling.
  5. Slachtoffer ademt normaal: Leg het kind op de zij en blijf het bewustzijn en de ademhaling controleren. 
    Slachtoffer ademt niet normaal: Geef 5 beademingen zoals beschreven bij kinderreanimatie.
  6. Kind reageert normaal: Ga door met beademen, totdat het kind zelf effectief begint te ademen. Blijft het bewusteloos liggen leg het kind op de zij. Controleer continu of het kind blijft reageren en normaal ademen.
    Kind reageert niet normaal: Leg het kind >1 jaar bij voorkeur op een harde ondergrond, maar verlies hierbij geen tijd. Start borstcompressies zoals hieronder beschreven.
  7. Borstcompressies met mond-op-mondbeademing: Maak na 15 borstcompressies de luchtweg open en geef 2 beademingen. Stop alleen voor een controle als het kind reageert, wakker wordt, zich beweegt, zijn
    ogen opent of normaal begint te ademen. Onderbreek anders de reanimatie niet.
  8. Zodra de AED er is zet u deze aan en voer de gesproken en/of visuele opdrachten direct uit.
  9. De AED geeft een schokopdracht: Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt. Druk bij een halfautomatische AED op de schokknop zodra de AED dit aangeeft, bij een volautomatische AED doet de AED dit zelf.
    De AED geeft GEEN schokopdracht: Volg de gesproken/visuele opdrachten van de AED direct op. Start direct met borstcompressies.
  10. Ga door met reanimatie totdat de professionele zorgverleners zeggen dat u mag stoppen, het slachtoffer bij bewustzijn komt of er een niet-reanimeren verklaring is die bij het slachtoffer hoort.

Reanimeren tijdens Corona

Helaas is eer nog steeds sprake van Corona in ons land. Daarom zijn er speciale reanimatierichtlijnen tijdens Corona opgesteld. Deze reanimatierichtlijnen zijn er om; besmetting te voorkomen en de overlevingskans van het slachtoffer zo groot mogelijk te maken. Oftewel de richtlijnen gaan nadrukkelijk uit van
de situatie dat er weer zonder gevaar van infectie gereanimeerd kan worden. Zolang de coronapandemie heerst, moeten de aanbevelingen van deze nieuwe richtlijn worden opgevolgd. 

Betekenis circulatiestilstand 

Circulatiestilstand is één van de benamingen voor een hartstilstand. De NRR kiest er voor om gebruikt te maken van deze benaming. Waarom juist deze benaming en wat is de betekenis van circulatiestilstand? Bij een circulatiestilstand is de bloedsomloop tot stilstand gekomen, ongeacht de oorzaak. Een circulatiestilstand is te herkennen aan: bewusteloosheid van het slachtoffer, die naarmate de circulatiestilstand langer aanhoudt dieper wordt.

Verschil circulatie- en hartstilstand

Een hartstilstand leidt altijd tot een circulatiestilstand en hierbij is reanimatie noodzakelijk. Echter kan er ook sprake zijn van een circulatiestilstand, terwijl er dan geen sprake is van een hartstilstand. In deze situatie is reanimatie ook noodzakelijk. 

Agnina Pectoris is de medische omschrijving van pijn in de borst. Pijn in de borst kan verschillende oorzaken hebben. Niet alle pijn op de borst

De overlevingskans bij een hartstilstand wordt aanzienlijk verbeterd door snel in te grijpen. Dit onderstreept de noodzaak van algemene bewustwording, training in, het herkennen van

Bij een circulatiestilstand is de bloedstroom gestopt. Een circulatiestilstand wordt aangegeven door bewusteloosheid van de patiënt met een zeer lage bloeddruk. Dit kan verschillende oorzaken